Participatieve budgettering voor klimaataanpassing

Klimaatverandering is een hot topic. Als gevolg van de klimaatverandering en de toenemende verstedelijking is overtollig water een grote uitdaging voor steden.

De bestaande stedelijke infrastructuur zal moeten worden aangepast om het hoofd te kunnen bieden aan de toegenomen frequentie en ernst van extreme weersomstandigheden. Klimaataanpassing krijgt daarom steeds meer prioriteit op de gemeentelijke agenda. Het 'Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie' verplicht gemeenten stresstests uit te voeren om te beoordelen in hoeverre zij bestand zijn tegen klimaatverandering. Meerdere stresstesten die tot nu toe zijn uitgevoerd (o.a. in Wageningen) laten zien dat er inderdaad nieuwe integrale aanpakken nodig zijn om de enorme hoeveelheid neerslag die onze steden zal teisteren te kunnen beheersen.

Er is een veelheid aan maatregelen beschikbaar om de veerkracht van stedelijke gebieden te verbeteren. Naast oplossingen als het vergroten van de rioleringscapaciteit, het aanleggen van waterkeringen of waterkerende constructies en het verhogen van de begane grond van gebouwen, zijn er ook maatregelen die hun toevlucht nemen tot de werking van de natuur zelf. De zogenaamde Nature-Based Solutions (NBS) worden beschouwd als een essentiële aanvulling op de grijze infrastructuur. Zoals besproken in onze vorige blogpost over de nevenvoordelen van de Urban Waterbuffer in Spangen, bieden NBS aanvullende voordelen naast hun primaire functie voor waterbeheer. Veel van deze nevenvoordelen hebben betrekking op de bewoners als de eigenlijke eindgebruikers.

Maar hoe kunnen we de waarde bepalen die verschillende maatregelen opleveren voor de eindgebruikers en hoe kunnen we de inwoners betrekken bij de planning van klimaataanpassing?

Bepaling van de waarde van oplossingen voor waterbeheer via participatieve budgettering.

Samen met onderzoekers van de TU Delft en de Gemeente Den Haag doen we onderzoek naar de waarde die bewoners ontlenen aan verschillende maatregelen (waaronder zowel grijze infrastructuur als natuurgerichte oplossingen) om overbodige wateroverlast te voorkomen in een wijk in Den Haag.

Voor dit onderzoek maken we gebruik van een participatieve budgetteringsbenadering genaamd het Participatory Budget Game (PBG). In deze methode voor participatieve waardebepaling, ontwikkeld door Niek Mouter (TU Delft), Paul Koster (VU Amsterdam) en Thijs Dekkers (Institute for Transport Studies Leeds), wordt inwoners gevraagd om een beperkt budget te verdelen over een set van mogelijke klimaatadaptatiemaatregelen. Op deze manier nemen de inwoners de rol van overheidsinstantie op zich, aangezien hen wordt gevraagd het budget toe te wijzen op de manier waarop zij vinden dat de gemeente het overheidsbudget voor klimaatadaptatie zou moeten investeren.

Het onderliggende mechanisme van de PBG is dat inwoners gedwongen worden afwegingen te maken tussen kenmerken (attributen) van de potentiële maatregelen. Als een maatregel bijvoorbeeld leidt tot meer groen, kan dat ten koste gaan van parkeerplaatsen. Het effect van een maatregel op elk van de acht attributen wordt aan de respondenten voorgelegd. Aangezien niet alle maatregelen binnen het budget kunnen worden gerealiseerd, worden de respondenten gedwongen een beslissing te nemen op basis van de scores van de maatregelen op elk attribuut. Met behulp van econometrische keuzemodelleringstechnieken kan de relatieve waarde van de attributen worden afgeleid uit de combinatie van projecten die de respondenten kiezen. Naast deze kwantitatieve resultaten worden kwalitatieve inzichten in de onderliggende motivaties van de respondenten gegenereerd door middel van een aantal follow-up vragen na het invullen van de PBG.

De PBG is ontwikkeld als alternatief voor andere participatieve onderzoeksmethoden, die te kampen hebben met problemen als zelfselectie van respondenten en tijdrovende procedures. Aangezien de PBG in slechts 20-30 minuten online kan worden ingevuld, kunnen veel meer inwoners deelnemen en kan een betere vertegenwoordiging van de bevolking worden bereikt.

Wat kan er met de resultaten worden gedaan?

Zelfs zonder ingewikkelde econometrische modellen uit te voeren, leveren de beschrijvende basisresultaten van de geselecteerde maatregelen waardevolle kennis op voor een overheidsinstantie over de maatregelen waaraan de inwoners de voorkeur geven.

Bovendien verschaffen de resultaten van de econometrische modellering verfijnde inzichten in de onderliggende beweegredenen van de bewoners om voor een specifieke maatregel te kiezen. Deze motivaties zijn gebaseerd op het effect van een maatregel op de attributen, zoals extra groenvoorzieningen, participatie door bewoners en waterhergebruik. Het maakt een vergelijking mogelijk tussen het belang van elk attribuut voor de bewoners. Bijvoorbeeld hoeveel parkeerplaatsen bewoners bereid zouden zijn op te geven, in ruil voor 40m2 extra groen.

Deze uitkomsten resulteren niet direct in een ontwerp voor de wijk, maar bieden aanknopingspunten voor visie- en planontwikkeling. De rol van de bewoners is niet om hun mening te geven over verschillende ontwerpmogelijkheden, maar om bij te dragen aan het opstellen van een programma van eisen. De PBG voorkomt zo NIMBY-discussies en maakt het mogelijk om de collectieve overtuiging van bewoners mee te nemen in de koppeling tussen gemeentelijke visies en projectspecifieke uitvoeringsplannen. Een collectieve overtuiging die niet alleen gebaseerd is op de mening van een paar deelnemers aan een sessie in een gemeentehuis, maar gebaseerd is op een significante vertegenwoordiging van de bevolking.

 

Wilt u meer weten over de toepassing van de Participatory Budgeting-aanpak bij de planning en ontwikkeling van klimaataanpassingsprojecten?

Vorige
Vorige

Urban Waterbuffer levert water voor Sparta stadion, Rotterdam

Volgende
Volgende

Definiëren van co-benefits van circulair waterbeheer in Spangen